
In deze tijd waarin alles duurder wordt, wordt ik toch vaak op mijn tevredenheid teruggeroepen. Want waar ik juist heel erg naar de stabiliteit zoek en helemaal niet méér wil en al helemaal niet van veranderingen houdt is deze tijd wel uitdagend en worden we wel allemaal een “nieuwe” kant op geduwd. Zonnepanelen, elektrisch rijden, warmtepompen, verduurzamen en ga zo maar even door. Dat grijpt me af en toe wel eens naar de strot. Want hoe ga ik dat betalen? Waar haal ik dat geld vandaan? Opgroeiende in een arbeidersgezin, want zo noem ik het maar even, ben ik me er altijd bewust geweest van de verschillen in de wereld. Voor mijn geboorte kwam mijn vader in de WAO (de arbeidsongeschikten-uitkering van toen) terecht en ging mijn moeder weer werken in de zorg. Je kan je voorstellen dat dat natuurlijk geen vetpot was. Er was geen geld voor luxe. Pudding aten we alleen in het weekend, een keer per jaar op vakantie en de vakanties brachten we dan geregeld door in de huizen van familie. Ik was me bewust van deze verschillen maar heb me nooit “arm “gevoeld. Voordeel van een “afgekeurde” vader, ieder nadeel heb zijn voordeel, was dat hij er was voor ons. Hij runde huize de Vries. Een omgedraaide situatie dan wat in die tijd “normaal” was. En dat is ook heel wat waard. Bij vriendjes en vriendinnetjes waren vaker de moeders thuis en werkten de vaders veelal op kantoren. Met grote stationswagens werden ze naar school gebracht, ze gingen op wintersport en konden met het vliegtuig naar de zon. Ook toen mijn ouders gingen scheiden hadden we geen dubbele verjaardagen of vakanties of iets van die strekking. En in mijn gezin is het nu eigenlijk precies zo. Willie werkte voorheen in het onderwijs en ik parttime in de kinderopvang. En hoe leuk het onderwijs en de kinderopvang zijn, je wordt er niet rijk van, of althans niet als je “gewoon” op de vloer staat. De laatste 11 jaar is mijn parttime inkomen noodgedwongen ons hoofdinkomen geworden. Groei in mijn inkomen is ook niet echt mogelijk en met mijn leeftijd zit ik echt aan de bovenkant van de schaal en de tredes. Ik krijg geen bonussen, dertiende maanden, fooien, auto's van de zaak, tankpassen of iets van dien aard. Natuurlijk krijgt Willie een percentage van zijn laatstverdiende loon, maar je hoeft geen rekenwonder te zijn dat wij de welbekende vetpot ook niet gevonden, gekregen, of gecreëerd hebben. Om me heen hoor ik geregeld verhalen, wensen en verwachtingen over schalen omhoog, nieuwe grotere autos, een verre vakanties, grotere huizen etc etc. Altijd een overtreffende trap op wat degene al heeft. En misschien is dat gewoon wat mensen doen, meer willen, veranderingen zoeken, zichzelf belonen. Ik denk wel dat mede door wat wij hebben meegemaakt dat die drang naar de overtreffende trap juist niet belangrijk is. Hoe meer je hebt, hoe meer je kan verliezen. Toen Willie thuis kwam te zitten moesten alle abonnementen de deur uit, de jongens konden eigenlijk alleen lowbudget bij onze scouting blijven want de in mijn ogen verplichte zwemles moest ook betaald worden. We ruilden onze geliefde Volkswagen Sharan in voor de Nissan Pixo. Kleding voor de jongens en onszelf kregen we veelal van familie en vrienden (niet dat dat alleen met het geld te maken had want ben niet vies van tweedehands spulletjes). Zelfs nu loop ik net zo makkelijk met mijn schoonzus mee naar boven als ze haar kast heeft uitgemest, maar het hielp zeker mee om meer lucht in onze portemonnee te realiseren. Meer werken was voor mij geen optie want ik werkte al 30 uur met de jonge jongens en de mantelzorg voor Willie en alle medische afspraken die daarmee samenhingen waren de 24 uur in een dag al te weinig. Van nature heb ik niet veel nodig en ben ik snel tevreden. Denk dat mijn jeugd daar zeker wel aan bij heeft gedragen. Ik leerde van ons pap al vroeg te bukken tijdens het boodschappen doen want daar liggen de de goedkopere producten. Toen vond ik dat wel irritant natuurlijk maar ja, nu snap ik hem wel. Al een paar jaar heb ik af en toe een twijfel of we niet toch een andere auto moeten zoeken. De jongens juichen dit natuurlijk toe, want ja, met ons vieren (vijven als Jorrit's vriendin meerijdt) zitten we in onze Nissan Pixo. Sardientjes in een blik. Inmiddels zitten Willie en ik achterin want wij zijn de kleinsten. En dat gaat. Het past. Dus waarom zou ik dan een maatje groter kijken? Een grotere auto, betekent meer kosten in de maandelijkse lasten. En hoe vaak zitten we nog met zijn allen in die auto? Nu hebben we het aardig onder controle, dus waar iedereen meer, beter, hoger, groter, altijd maar de overtreffende trap zoekt ben ik vooral op zoek naar stabiliteit. Laat alsjeblieft alles hetzelfde blijven want anders moet ik weer afwegingen maken. Maar in deze tijd waarin alles duurder wordt moet ik natuurlijk mee bewegen (en ik zeg ik want hoe lief ik Willie ook vind, bankzaken zijn niet zijn talent, nooit geweest ook. Bezuinigen of opletten staat dan ook niet in zijn vocabulaire). We kunnen inmiddels echt wel weer ademhalen, dingen ondernemen maar we moeten zeker wel nadenken en soms ook keuzes maken over vakanties, over abonnementen, over wat te halen bij de boodschappen, cadeautjes, energie, ziektekosten, noem maar op. En dan heb je altijd nog de onvoorziene kosten. Kijk, onze Cooper moest van de week een gebitsreiniging ondergaan, daar gaan gelijk €300. En dat moet hé, begrijp me niet verkeerd, wij hebben ons hondje dus daar moeten we voor zorgen. Tijmens fiets naar de fietsenmaker, huppa €100. Het vliegt zo de pan uit.
En dan heb je ook altijd het verschil in de portemonnee met je familie en vrienden. Even een cadeautje, leuk uitje, etentje, weekendje weg....Iedereen wil graag dat we meedoen en meegaan, en dat is fijn, bieden zelfs aan om voor ons, deels, te betalen of wordt er bij ons minder in rekening gebracht...En hoe lief dat ook allemaal is, dat voelt niet goed. We willen allemaal onze eigen boontjes doppen toch? Of als mensen zeggen “jullie kunnen het echt wel goed gebruiken”. Is een opmerking die natuurlijk klopt maar is dat niet voor iedereen zo? Iedereen heeft vast een goede bestemming voor gekregen of gevonden geld. Ik voelde me ook altijd aangesproken als mensen merkloze producten openlijk zaten te bekritiseren. Dat dat echt niet lekker of niet te eten was. Terwijl dat juist de producten waren die wij thuis gebruikten omdat dat nu eenmaal de helft minder kostte als de A-merk variant. Durfde bijna geen thee meer aan te bieden omdat deze van de Lidl kwam ipv thee van Pickwick. Zit er een vorm van schaamte bij? Denk het zeker ook, bij mij in ieder geval wel. Ik kon dan echt wel door de grond gaan terwijl de ander dat natuurlijk helemaal niet als intentie had. Denk niet dat mensen, die niet op geld hoeven te letten, erbij stil staan wat voor gevoel ze de ander onbedoeld en onbewust geven met sommige opmerkingen. En toegeven dat je dingen niet mee kan doen. Zeggen dat je daar het geld niet voor hebt voelde voor mij toch als een vorm van falen. Zeker als de wereld om je heen het wel allemaal lukt en die het wel allemaal kunnen. Inmiddels vind ik dat niet meer, het is hoe het is en het allerbelangrijkste is met geld niet te betalen en dat is toch gewoon je gezondheid. Dus het antwoord op de titelvraag is voor dus zeker, nee, meer is zeker niet beter. Ik ben zeer tevreden als iedere maand de rekeningen allemaal netjes betaald zijn, de bankrekening niet in het rood staat en iedereen zo gezond als mogelijk in huize Boon op de bank zit. En mocht die vetpot ooit nog komen, ik heb een heerlijke wensenlijst waar die pot goed bij gebruikt kan worden. Maar ja, wie niet?
*Vrije vertaling bordje met de Friese tekst op de foto "met een lege portemonnee is het slecht huishouden/slecht om te leven". Natuurlijk destijds, in mindere financiële tijden, gekregen van ons pap. En zo is het. Ooit van de muur gevallen maar hangt met alle gelijmde barsten, gaten en scheuren nog gewoon in onze gang.
Reactie plaatsen
Reacties
https://citaten.net/images/quote-images/h/hermans-de-roem-van-mensen-is-slechts-schijn-je-kunt.jpg